Bij het Besluit noodmaatregelen coronacrisis keurde staatssecretaris Vijlbrief van Financiën goed dat werkgevers voor de vaste reiskostenvergoedingen woon-werkverkeer de thuiswerkdagen als reisdagen mogen blijven zien en voor de vaste kostenvergoeding mogen blijven uitgaan van de feiten en omstandigheden waarop de vergoeding gebaseerd is. Deze goedkeuringen vervallen per 1 januari 2021.
Het vervallen van de goedkeuringen betekent dat werkgevers volgend jaar het (veranderde) reispatroon woon-werk van hun werknemers in kaart moeten brengen. Ze moeten dit toetsen aan de 36 weken of 128 dagen-eis en nagaan of zij nog een vaste vergoeding kunnen geven. Werkgevers kunnen ook de kosten van woon-werkverkeer vergoeden op basis van de werkelijk gereisde dagen.
Verder kunnen werkgevers dus vanaf 1 januari 2021 over de thuiswerkdagen geen vergoeding meer geven voor kleine kosten. Door de toename in het thuiswerken zijn bij veel werkgevers de feiten en omstandigheden veranderd. Zij moeten dus goed beoordelen of de onderbouwing voor de vergoeding in 2021 nog volstaat..