In het definitieve 7e  Actieprogramma Nitraatrichtlijn (7e AP) zijn diverse maatregelen voor het mestbeleid voor de komende jaren opgenomen. Ondanks enkele aanpassingen blijven het ingrijpende maatregelen voor diverse sectoren.

 

Aanpassingen met alternatieve maatregelen

Op het ontwerp 7e AP zijn veel reacties vanuit de sector gekomen. Ook heeft de Tweede Kamer om enkele aanpassingen gevraagd. Dit heeft ertoe geleid dat enkele wijzigingen zijn doorgevoerd. Echter tegenover de aanpassingen staan alternatieve maatregelen, zodat de effecten op de waterkwaliteit geborgd blijven. Hieronder staan de belangrijkste maatregelen uit het definitieve 7e AP. De maatregelen gaan in per 2023.

 

Rotatie rustgewassen op bouwland op zand- en lössgrond

Op percelen bouwland op zand- en lössgrond moet u verplicht een rustgewas telen. Dit houdt in, dat u op ieder perceel één keer in de vier jaar een rustgewas moet telen. Vanaf 2027 is dit één keer in drie jaar. Deze verplichting geldt niet voor percelen op klei- en veengrond.

 

Wat zijn rustgewassen?

De lijst met rustgewassen is nog niet definitief. Rustgewassen zijn met name grassen en granen, zoals winter- en zomertarwe, gerst, triticale, teff, spelt en quinoa. Daarnaast komen mogelijk de volgende gewassen in aanmerking: luzerne, klaver, diepwortelende sorghum, tagetes en vezelgewassen.

 

Niet bij langjarige teelten en biologische teelten

Bij een aantal langjarige teelten worden rustgewassen niet verplicht. Dit gaat bijvoorbeeld gelden bij asperges en boomteelt. Heeft u biologische teelten? Dan bent u voor deze teelten vrijgesteld voor het telen van rustgewassen.

 

Vanggewas of korting stikstofnorm op zand- en lössgrond

Een vanggewas mais op zand- en lössgrond blijft verplicht. Na overige gewassen op bouwland op zand- en lössgrond geldt deze verplichting niet. Echter teelt u uiterlijk 1 oktober geen vanggewas dan wordt u gekort op de stikstofgebruiksnorm van het volgende jaar. Hoe later u zaait hoe hoger de korting. Zaait u op of na 1 november het vanggewas, dan is de korting maximaal.

 

Niet bij winterteelt

De bovenstaande korting geldt niet na een winterteelt. Onder winterteelten vallen waarschijnlijk de volgende teelten: gras, wintergranen, meerjarige teelten, wintergroenten zoals winterkolen, bloembollen (najaar gepoot), suikerbieten en wellicht zetmeelaardappelen.

 

Na mais altijd een vanggewas

Deze moet u uiterlijk 1 oktober inzaaien. Wilt u een wintergraan telen? Dan moet u dit (vang)gewas uiterlijk 31 oktober inzaaien.

Deze uiterlijke inzaaidata staan vast. Echter er wordt een commissie ingesteld die jaarlijks beoordeelt of uitstel mogelijk is vanwege weersomstandigheden.

 

Bufferstroken/teeltvrije zones langs sloten

De basisbreedte van een verplichte bufferstrook (teeltvrije zone) langs sloten blijft 2 meter. Deze stroken kunnen smaller worden als dit vanuit de waterkwaliteit verantwoord is. Op percelen met kruidenrijk grasland wordt de zone 1 meter. Langs kwetsbare sloten is de verplichte breedte 5 meter.

 

Tot slot

Veel ingrijpende maatregelen uit het concept 7e AP zijn in stand gebleven. Bij enkele maatregelen zijn ‘scherpe kantjes’ eraf gehaald.

 

Meer weten?

Neem dan contact op met een van onze NUWEA bedrijfseconomisch adviseurs. Dat kan via telefoonnummer 0882824000, of stuur een e-mail naar advies@nuweasubsidies.nl. Zij helpen u graag verder.