Van de invoering van een wettelijk minimum uurloon per uur tot de rapportageverplichtingen voor grote werkgevers over de CO2-uitstoot van hun personeel: lees hier waar u als werkgever op moet letten.
1. Onbelaste kilometervergoeding verhoogd
De belastingvrije kilometervergoeding van € 0,21 per kilometer stijgt per 1 januari 2024 naar € 0,23 per kilometer.
2. Verruiming vrijstelling ov-abonnement en voordeelurenkaarten
De huidige twee regelingen voor het onbelast verstrekken van ov-abonnementen door werkgevers worden vervangen door één vrijstelling binnen de werkkostenregeling. Enige voorwaarde is dat de werknemer het abonnement ook gebruikt (in welke mate dan ook) voor zakelijke reizen (waaronder woon-werkverkeer).
3. Tijdelijke verruiming vrije ruimte werkkostenregeling vervalt
De werkkostenregeling biedt u als werkgever de mogelijkheid om uw personeel onbelast allerlei zaken te vergoeden en verstrekken. De vrije ruimte in de werkkostenregeling is in 2023 eenmalig verruimd naar 3% tot een loonsom van € 400.000. Deze verruiming komt in 2024 te vervallen. De vrije ruimte bedraagt voor 2024 1,92% voor een loonsom tot € 400.000 en 1,18% voor het meerdere. Overschrijdt u de vrije ruimte? Dan betaalt u 80% belasting via de eindheffing in de loonadministratie.
Dit betekent een verlaging van onbelaste vergoedingen en verstrekkingen van € 12.000 naar € 7.680 bij een loonsom van precies € 400.000. Heeft u acht werknemers die samen € 400.000 verdienen? Dan is hierdoor een minder hoge onbelaste vergoeding van € 540 per werknemer mogelijk.
4. Wettelijk minimumuurloon
Nederland kent een wettelijk minimumloon. Dit minimumloon wordt per maand vastgesteld. Vanaf 2024 gaat dit veranderen en wordt het minimumloon per uur vastgesteld. Daarmee krijgt iedereen in de leeftijd van 21 jaar en ouder die werkzaam is voor het minimumloon dezelfde uurvergoeding. Een maand-, week- of dagloon is niet langer toegestaan.
Let op!
Het minimummaandloon wordt omgerekend naar een uurloon op basis van een arbeidsduur van 36 uur per week. Dit betekent dat werkgevers te maken krijgen met een lastenverzwaring als zij werknemers hebben die, tegen een minimumuurloon, contractueel meer dan 36 uur per week werken. Het is nog niet bekend of de overheid een regeling gaat treffen om dit te compenseren.
Deze aanpassing is opgenomen in het wetsvoorstel tot invoering van een wettelijk minimumuurloon.
5. Rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit voor grote werkgevers
Werkgevers met meer dan 100 werknemers worden per 1 januari 2024 verplicht om de CO2-uitstoot van hun personeel bij te houden. Het doel van deze verplichting is een reductie van 1,5 megaton CO2 in 2030.
Alle zakelijke reizen van het personeel moeten worden bijgehouden, zowel het woon-werkverkeer als alle overige zakelijke reizen. Op basis van de ingediende gegevens berekent de RVO de CO2-emissie. Voldoet u aan de criteria? Dan heeft u tot uiterlijk 1 januari 2024 de tijd om uw administratie hierop aan te passen.
Voorlopig geldt alleen de verplichting tot rapportering. Vanaf 2026 kan er aanvullende regelgeving komen als blijkt dat uw werknemers samen te veel CO2 uitstoten. Deze rapportageverplichting is onderdeel van het ‘Besluit CO2-reductie werkgebonden personenmobiliteit’, een maatregel in het Klimaatakkoord.
U heeft als werkgever onder meer de volgende gegevens nodig:
- Het totaalaantal kilometers dat uw werknemers in een kalenderjaar hebben afgelegd voor zakelijk en woon-werkverkeer.
- Jaartotaal aan kilometers verdeeld in soort vervoermiddel en brandstoftype.
Via een digitaal formulier levert u de gevraagde gegevens bij RVO aan. Ook de CO2-berekening wordt via dit digitale formulier gedaan. De rapportage over 2024 moet uiterlijk 30 juni 2025 zijn ingediend. Voor het digitale formulier heeft u minimaal eHerkenning niveau eH2+ met machtiging RVO-diensten nodig.
Let op!
Neem tijdig actie om te voldoen aan uw rapportageverplichting.
6. Aftopping 30%-regeling tot balkenendenorm
Met ingang van 1 januari 2024 kan de 30%-regeling worden toegepast tot maximaal de WNT-norm, ook wel de balkenendenorm genoemd. Werknemers die naar Nederland komen en voldoen aan de criteria kunnen aanspraak maken op de 30%-regeling. Hierdoor ontvangen zij maximaal 30% van hun salaris onbelast. Deze maatregel zorgt ervoor dat zij tot een salaris van € 223.000 (2023) de 30%-regeling kunnen toepassen. Voor expats die in 2022 al gebruikmaken van deze regeling geldt tot en met 31 december 2025 geen salarisplafond waarover de 30%-regeling mag worden toegepast.
7. Loonkostenvoordeel doelgroep ouderen afgeschaft
Het loonkostenvoordeel (LKV) is een tegemoetkoming voor werkgevers die een of meer werknemers in dienst nemen uit doelgroepen die vaak lastig aan het werk komen. Het LKV voor ouderen wordt naar verwachting per 2026 afgeschaft.
8. Lage inkomensvoordeel (LIV) verlaagd
De bovengrens van het uurlooncriterium van het lage-inkomensvoordeel (LIV) gaat van 125% naar 104% van het wettelijk minimumloon (WML).
9. Handhaving op schijnzelfstandigheid
Op 1 januari 2016 is de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelatie (Wet DBA) ingevoerd. De handhaving van de Wet DBA blijft in principe vooralsnog achterwege, maar dat gaat veranderen. De Belastingdienst gaat vanaf 1 januari 2025 weer handhaven op schijnzelfstandigheid. Er is sprake van schijnzelfstandigheid als een zelfstandige (zzp’er) in de praktijk verkapt in dienst is bij een opdrachtgever.
Let op!
De modelovereenkomst op basis van vrije vervanging wordt per 1 januari 2024 ingetrokken.
Let op!
Handhaving is al mogelijk bij situaties waarin sprake is van kwade trouw of een aanwijzing hiertoe.
10. STAP-budget wordt afgeschaft
Het STAP-budget wordt afgeschaft per 1 januari 2024. Het STAP-budget is een subsidie van maximaal € 1.000 voor het volgen van een training, cursus en opleiding.
11. Verhoging premie arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) hoog tarief
De premie Aof is een verplichte loonheffing die u als werkgever betaalt ten behoeve van het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Per 1 januari 2022 geldt een gedifferentieerde Aof-premie. Er is een lagere premie voor kleine werkgevers en een hogere premie voor (middel)grote werkgevers. Het hoge Aof-tarief wordt met 0,09% verhoogd.