Een inwoner van Nederland die werkt voor een werkgever die in Nederland niet inhoudingsplichtig is voor de loonbelasting, kan in zijn aangifte inkomstenbelasting een bedrag ter grootte van de vrije ruimte in aftrek brengen. Dit oordeelde de Hoge Raad.
Deze werknemer kan dus in 2023 in principe zonder nadere voorwaarden 3% van zijn aan Nederland toe te rekenen brutoloon (tot een maximum van € 400.000; voor het deel van het brutoloon daarboven 1,18%) aftrekken in de inkomstenbelasting. De vraag of deze werknemer ook bepaalde gerichte vrijstellingen in aftrek kan brengen, zoals € 0,21 per zakelijke kilometer, moet de Hoge Raad nog beantwoorden. Een gerechtshof beantwoordde deze vraag in ieder geval bevestigend.