In de inkomstenbelasting wordt vooral aan de tarieven van box 1 en box 3 gesleuteld. Met name box 3 blijft een onderwerp om te volgen. Wat zijn belangrijke wijzigingen?
1. Tarieven box 1
De belastingheffing over inkomen uit werk en woning wordt op diverse punten verhoogd:
- De inkomstenbelasting in box 1 kent twee schijven. Vanaf 2024 wordt de tweede schijf minder geïndexeerd dan de inflatie. De indexatie is 3,55 in plaats van 9,9%. Daarmee wordt de tariefschijf verlengd van € 73.071 naar € 75.624. Voor gepensioneerden bestaat de inkomstenbelasting voor inkomen uit pensioen uit drie schijven. De tweede en derde schijf worden ook met 3,55% geïndexeerd in plaats van met 9,9%;
- Het tarief in de eerste belastingschijf neemt in 2024 toe met 0,04%: van 36,93 (2023) naar 36,97%.
2. Verhoging arbeidskorting
De arbeidskorting wordt met € 115 verhoogd voor inkomens rond het wettelijk minimumloon. Werkenden met een brutosalaris tot bijna € 40.000 gaan er hierdoor op vooruit.
3. Box 3 – Sparen en beleggen
Vooralsnog is het streven dat vanaf 2027 het daadwerkelijke rendement in box 3 wordt belast. Tot die tijd blijven fictieve rendementen het uitgangspunt. Er zijn drie categorieën: bank- en spaargelden, beleggingen en schulden.
Vanaf 2024 is wettelijk bepaald dat aandelen in verenigingen voor eigenaren (vve’s) tot de categorie bank- en spaargeld behoren. Bezit u een appartement? Dan betaalt u daardoor mogelijk minder box 3-belasting. Ook voor gelden op een derdenrekeningen bij de notaris is deze ‘herkwalificatie’ van kracht.
Het heffingsvrij vermogen in box 3 wordt niet gecorrigeerd voor de inflatie. Daarnaast gaat het tarief in box 3 van 32% (2023) naar 34% in 2024.
Banktegoeden (spaargeld) | Overige bezittingen | Schulden | |
2022 | -0,01% | 5,53% | 2,28% |
2023 | 0,01% | 6,17% | 2,46% |
2024 | Nog niet vastgesteld | Nog niet vastgesteld | Nog niet vastgesteld |
Tip!
Op 18 september 2023 heeft de advocaat-generaal geconcludeerd dat ook de Wet rechtsherstel box 3 het discriminatieverbod en het eigendomsrecht schendt. Als de Hoge Raad dit advies overneemt, kan dit gevolgen hebben voor uw box 3-inkomen. Teken daarom tijdig bezwaar aan om uw rechten veilig te stellen.
Let op!
Schulden en vorderingen tussen fiscale partners en tussen ouders en minderjarige kinderen behoren in 2024 tot geen enkele categorie, omdat deze worden gedefiscaliseerd. Deze vallen dus helemaal buiten de aangifte.
4. Gift vanuit vennootschap is geen fictief dividend meer
Ondernemingen die belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting kunnen zowel zakelijke als niet-zakelijke giften doen. Niet-zakelijke giften zijn giften die gedaan zijn vanuit een aandeelhoudersmotief, dus zonder dat er een direct ondernemingsbelang is beoogd.
Tot en met 2023 is een gift gedaan vanuit een aandeelhoudersmotief een fictieve uitdeling van winst vanuit de vennootschap naar de aandeelhouder. De aandeelhouder wordt voor deze uitdeling belast in de dividendbelasting en box 2 van de inkomstenbelasting. De aandeelhouder kan onder voorwaarden deze gift aftrekken van zijn of haar inkomstenbelasting.
Besloten is dat giften niet meer via de aandeelhouder gaan, maar rechtstreeks vanuit de vennootschap. Daar staat tegenover dat de giften niet meer aftrekbaar zijn van de fiscale winst binnen de vennootschap.
5. Periodieke schenking en verlies ANBI-status
Wanneer een ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling) een geschil met de Belastingdienst krijgt over de vraag of haar doel en/of feitelijke werkzaamheden het algemeen belang dient, kan de ANBI-status door de inspecteur worden ingetrokken. Een periodieke schenking is alleen aftrekbaar voor de inkomstenbelasting wanneer deze aan een ANBI is gedaan bij notariële of onderhandse akte. De hoofdregel is dat na het verlies van de ANBI-status de periodieke uitkeringen niet meer aftrekbaar zijn. Vanaf 2024 staat de verduidelijking in de wet dat giften pas niet meer aftrekbaar zijn nadat de mogelijkheden tot bezwaar en beroep zijn uitgeput. Het verlies van de ANBI-status is dan pas onherroepelijk geworden.
Om een niet-aftrekbare gift bij verlies van de ANBI-status te voorkomen, kunt u in de (notariële of onderhandse) akte van schenking voorschrijven dat de periodieke gift in ieder geval wordt beëindigd in bepaalde gevallen.
6. Afschaffing middeling inkomen box 1
De laatste jaren waarover u nog kunt middelen, zijn de aangiftejaren 2022, 2023 en 2024. Dit stond al in het Belastingplan 2023. Bij toepassing van de middelingsregeling telt u het inkomen uit box 1 van drie aaneengesloten kalenderjaren bij elkaar op en deelt u dit door drie. Daarna berekent u hoeveel belasting u in elk jaar over dit berekende gemiddelde inkomen moet betalen. U vergelijkt dit met de daadwerkelijk door u betaalde belasting over die drie jaren. Is dat verschil meer dan € 545? Dan kunt u belasting terugvragen.
Let op!
Houd wel de termijn in de gaten. Een verzoek om middeling moet binnen 36 maanden ingediend worden nadat alle definitieve aanslagen van de kalenderjaren die u wilt middelen onherroepelijk vaststaan.
7. Afschaffen Inkomensafhankelijke combinatiekorting per 2025
De Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) is een heffingskorting voor alleenstaande ouders of de minstverdienende partners die werk en zorg voor jonge kinderen combineren. Per 1 januari 2025 wordt deze heffingskorting afgeschaft, behalve voor ouders met (één of meer) kinderen die voor 1 januari 2025 zijn geboren.
8. Einde betalingskorting inkomstenbelasting
De betalingskorting voor de voorlopige aanslag in de inkomstenbelasting wordt per 2024 afgeschaft.
9. Vrijstelling leefvervoer UWV nu zonder maximum
De gemeente is in principe op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) verantwoordelijk voor vervoersvoorzieningen die nodig zijn voor het dagelijks leven. Dit wordt ook wel ‘leefvervoer’ genoemd. Denk hierbij aan vervoer per regio- of rolstoeltaxi, aanpassing van een auto, een scootmobiel of een auto in bruikleen. Het gaat hierbij dus niet om vervoer van en naar werk of school.
De verstrekking van leefvervoer op basis van de WMO is vrijgesteld van inkomstenbelasting. Voor de verstrekking van leefvervoer via het UWV geldt geen wettelijke vrijstelling in de inkomstenbelasting. Via een besluit is dit voor maximaal 2.000 kilometer geregeld. De vrijstelling voor het leefvervoer via het UWV wordt nu ook in de wet opgenomen.
10. Geen revisierente bij afkoop lijfrente bij arbeidsongeschiktheid
Het is toegestaan om bij langdurige arbeidsongeschiktheid een lijfrente af te kopen zonder dat u hierover revisierente (standaard 20%) verschuldigd bent. Hiervoor is een maximumbedrag gesteld. Gaat u over dat maximumbedrag heen? Dan bent u over het gehele bedrag revisierente verschuldigd.
In de praktijk blijkt deze benadering hard uit te pakken. In een beleidsbesluit is daarom bepaald dat alleen revisierente is verschuldigd over het bedrag waarmee de afkoopgrens wordt overschreden. Dit wordt nu ook in de wet vastgelegd.
11. Aanpassing lucratief-belangregeling
De lucratief-belangregeling wordt naar aanleiding van een arrest van de Hoge Raad aangepast. Dit arrest heeft betrekking op de economische vergelijkbaarheid van vermogensrechten met achtergestelde soortaandelen. De Hoge Raad oordeelde dat aangesloten moet worden bij de kapitaalseis, waarbij de achtergestelde soortaandelen minder dan 10% van het geplaatste aandelenkapitaal vertegenwoordigen. Met terugwerkende kracht tot 26 juni 2023 telt voor de beoordeling of sprake is van een lucratief belang ook het volgende mee: een lening die niet kwalificeert als informeel kapitaal.
12. Kindgebonden budget
Om de armoede onder personen en kinderen tegen te gaan, wordt het kindgebonden budget verhoogd. Ouders ontvangen met het kindgebonden budget een tegemoetkoming in de kosten van kinderen. De hoogte van de tegemoetkoming hangt onder andere af van het aantal kinderen, hun leeftijd en de hoogte van het inkomen en vermogen.
De maximale verhoging van het kindgebonden budget bedraagt € 750 voor het eerste kind, € 883 voor het tweede en volgende kind. Voor kinderen tussen 12 en 17 jaar is de verhoging € 400.