De belangrijkste wijzigingen in het nieuwe stelsel:
- Pensioen wordt persoonlijker en transparanter.In het nieuwe stelsel wordt de doorsneepremie afgeschaft. De premie wordt leeftijdsonafhankelijk.
- Alle regelingen worden beschikbare premieregelingen.
- De AOW-leeftijd stijgt als gevolg van het pensioenakkoord minder snel.
- Het nabestaandenpensioen verandert.
- Extra keuzerecht,10% opname ineens bij pensioeningang.
- Betere afspraken voor werknemers met zware beroepen.
Beter inzicht
Ons huidige stelsel sluit niet goed meer aan bij hoe wij werken, geld verdienen en ons leven inrichten. Veel mensen verwachten meer pensioen dan dat ze uiteindelijk zullen ontvangen. De pensioenen stijgen al jaren niet mee met de prijzen, zelfs niet als het economisch goed gaat. In het nieuwe stelsel gaat het pensioen straks eerder omhoog als het financieel goed gaat, maar ook eerder omlaag bij economische tegenwind. Deelnemers krijgen beter inzicht in hoe hun persoonlijke pensioenspaarpot zich ontwikkelt.
Huidige stelsel niet langer passend
Jong en oud krijgen in het nieuwe stelsel het pensioen waarvoor zij samen met hun werkgever betalen. Op dit moment betalen – in een middelloonregeling – een jonge en een oudere medewerker in hetzelfde bedrijf en met hetzelfde salaris, een even hoog premiepercentage. Werknemers bouwen voor iedere ingelegde euro aan premie – onafhankelijk van hun leeftijd – evenveel pensioen op. Deze manier van premie bepalen heet doorsneepremie.
Deelnemers bouwen met de doorsneepremie in het begin van hun loopbaan te weinig pensioen op in verhouding tot de premie die zij betalen. Omdat hun premie nog lang kan renderen doordat het pensioenfonds het voor hen belegt, zouden zij eigenlijk meer pensioen kunnen opbouwen. Op latere leeftijd betalen ze juist te weinig omdat hun premie dan nog maar een korte periode kan worden belegd en dus renderen. Voor een werknemer die zijn hele werkende leven in een pensioenfonds deelneemt, middelt dit netjes uit.
Maar tegenwoordig wisselen mensen vaker van baan, werken ze soms tijdelijk meer of juist minder of worden zelfstandig ondernemer. Als de medewerker vóór het bereiken van de pensioendatum het pensioenfonds verlaat, krijgt hij feitelijk te weinig waar voor zijn geld.
Pensioen waarvoor is betaald
In het nieuwe stelsel wordt de doorsneepremie daarom afgeschaft. Werknemers in een bedrijf met hetzelfde salaris betalen weliswaar nog steeds evenveel, maar de betaalde premie is straks alleen nog maar voor zijn/haar eigen pensioen bedoeld. Elke deelnemer krijgt een eigen pensioenpot waarin zijn eigen premie wordt gestort en vervolgens belegd. De premie van een jongere deelnemer rendeert langer en levert naar verwachting op het moment dat hij/zij met pensioen gaat, meer pensioen op dan als diezelfde premie door een oudere deelnemer wordt ingelegd. Een medewerker bouwt dus het pensioen op waarvoor is betaald.
Twee soorten pensioenregelingen
Alle pensioenregelingen die pensioenfondsen mogen aanbieden, worden beschikbare premieregelingen. Dat is een regeling waarbij er afspraken zijn gemaakt over het geld (premie) dat de werkgever en werknemer betalen voor het pensioen. Regelingen waarbij een pensioenuitkering wordt toegezegd, verdwijnen. Voordeel van de beschikbare premieregeling is dat de kosten van pensioen voor werkgevers meer voorspelbaar worden. Het nieuwe stelsel voorziet globaal in twee regelingen:
Wanneer?
Uiterlijk 1 januari 2027 is iedereen overgestapt naar een nieuwe regeling.